Gratis gereedschap bij sets
Professionele klantenservice
Gratis legplan bij complete systemen
Vloerverwarming direct van de fabriek
In verband met het uitharden van de vloer mag de vloerverwarming pas in gebruik genomen worden |
||
na een periode van; | - minimaal 4 weken indien de vloerafwerking is gelijmd of - minimaal 8 weken indien er een nieuwe dekvloer is aangebracht |
Nadat de dekvloer en/of vloerafwerking volledig is uitgehard, voert u de volgende handelingen uit;
|
Steek de stekker van de pomp in het stopcontact en zorg ervoor dat de afsluiters van de vloerverwarmings-groepen geopend zijn. |
|
|
Controleer of de pomp draait en zet deze vervolgens in de gewenste stand. Hiervoor kunt u de onderstaande instellingen gebruiken. |
Constante drukcurve (automatische drukinstelling op basis van warmtevraag / pomp bepaalt zelf het ideale werkpunt) : | |||
verdelers tot en met 4 groepen | verdelers van 5 tot en met 9 groepen | verdelers met 10 groepen of meer | |
Constante toerentallen (het constante toerental is onafhankelijk van warmtevraag / pomp draait altijd in dezelfde stand) | |||
verdelers tot en met 4 groepen | verdelers van 5 tot en met 9 groepen | verdelers met 10 groepen of meer |
|
De watertemperatuur van het vloerverwarmingssysteem kunt u instellen met een thermostaatknop, die op de afsluiter in de aanvoer van de verdeler gemonteerd wordt en vervolgens aflezen op de thermometer of thermo/manometer (ga hierbij altijd uit van de temperatuur die de meter op de verdeler aangeeft, omdat er afwijkingen kunnen zijn ten opzichte van de thermostaatknop). | |
|
Om te voorkomen dat er scheurtjes in de dekvloer gaan ontstaan, is het raadzaam om de watertemperatuur stapsgewijs op te voeren bij het (voor de eerste keer) in gebruik nemen van het systeem. Begin met 2 dagen op 10 graden, daarna 2 dagen op 15 graden en vervolgens op 20 graden Zo stelt u de temperatuur in door om de twee dagen de thermostaatknop met circa 5 graden te verhogen tot de temperatuur op de thermometer ongeveer 30 tot 35 graden aangeeft (tot maximaal 40 graden, afhankelijk van de gewenste vloertemperatuur). |
Nadat de dekvloer en/of vloerafwerking volledig is uitgehard, voert u de volgende handelingen uit;
|
Zorg ervoor dat de warmtebron (bijvoorbeeld een laagtemperatuurketel of warmtepomp) correct is aangesloten en in gebruik is genomen. Raadpleeg de handleiding van uw ketel of warmtepomp om na te kijken hoe u de watertemperatuur van het verwarmingssysteem kunt instellen of vraag dit na bij uw installateur. |
|
|
Om te voorkomen dat er scheurtjes in de dekvloer gaan ontstaan, is het raadzaam om de watertemperatuur stapsgewijs op te voeren bij het (voor de eerste keer) in gebruik nemen van het systeem. Begin met 2 dagen op 10 graden, daarna 2 dagen op 15 graden en vervolgens op 20 graden Zo stelt u de temperatuur in door om de twee dagen de aanvoertemperatuur met circa 5 graden te verhogen tot de temperatuur op de thermometer ongeveer 30 tot 35 graden aangeeft (tot maximaal 40 graden, afhankelijk van de gewenste vloertemperatuur en mogelijkheden van de warmtebron). | |
|
Open de kogelkranen in de aanvoer en retour van de verdeelunit en zorg er daarnaast voor dat alle ventielen van de vloerverwarmingsgroepen zijn opengezet. Wanneer de verdeler is uitgerust met flowmeters, zorg er dan voor dat deze openstaan door de rode beschermings-cap naar boven te trekken en het zwarte instelwieltje aan de onderzijde te draaien. U kunt vervolgens de doorstroming van water instellen naar aantal liters per minuut (bij buizen met een lengte van circa 100m is dit in de regel 1 tot 1,5 liter per minuut). | |
|
Controleer of de pomp van de warmtebron correct draait en of er een circulatie van water is (zowel in het primaire circuit als in het vloerverwarmingssysteem). |
|