Gratis gereedschap bij sets
Professionele klantenservice
Gratis legplan bij complete systemen
Vloerverwarming direct van de fabriek
Net als wandradiatoren wordt watergedragen vloerverwarming op temperatuur gehouden door een toevoer van warm water vanuit een ketel of andere warmtebron in het primaire CV-circuit. In de meeste gevallen wordt deze geschakeld door een thermostaat die in de woonkamer geplaatst is.
Wanneer vloerverwarming in verschillende ruimtes is geïnstalleerd, dan is het ook mogelijk om elke ruimte een eigen thermostaat te geven die (draadloos) in verbinding staat met een ontvanger, die vervolgens de verschillende vloerverwarmingsgroepen aanstuurt. Daarnaast kan vloerverwarming ook worden gebruikt als bijverwarming, waarbij een ruimte bijvoorbeeld ook wordt verwarmd door radiatoren.
Om ervoor te zorgen dat de vloer voldoende opwarmt, zijn er een aantal zaken waar u rekening mee moet houden.
Wanneer vloerverwarming als enige en/of primaire warmtebron gebruikt wordt, dan kunt u de kamerthermostaat instellen en programmeren op de door u gewenste ruimtetemperatuur en op een door u gewenst programma. Door de toevoer van warm water vanuit de warmtebron zal de vloerverwarming-verdeler via de buizen van het systeem de vloer bijverwarmen tot de gewenste ruimtetemperatuur bereikt is. Het is echter raadzaam om bij vloerverwarming geen gebruik te maken van een dag/nacht-schakeling van méér dan 2 graden, omdat vloerverwarmingssystemen een ruimte minder snel zullen opwarmen dan wandradiatoren. Als de gewenste ruimtetemperatuur 20 graden is bij gebruik van de ruimte, zorg er dan voor dat de temperatuur niet onder de 18 graden Celsius komt bij afwezigheid. U kunt er ook voor kiezen om continue dezelfde temperatuur aan te houden, omdat een vloerverwarmingssysteem simpelweg energiezuiniger werkt wanneer een ruimte op temperatuur gehouden moet worden dan wanneer een ruimte steeds opnieuw moet worden opgewarmd door grote temperatuurverschillen tussen bijvoorbeeld dag en nacht. Wanneer u met een vloerverwarmingssysteem energiezuinig wilt verwarmen, dan is de regel eenvoudigweg “een ruimte op temperatuur houden, is energiezuiniger dan een ruimte steeds opnieuw te moeten opwarmen”. |
Wanneer meerdere ruimtes door middel van vloerverwarming worden verwarmd, en niet alle ruimtes dezelfde temperatuur dienen te bereiken, dan kunt u ervoor kiezen om gebruik te maken van zoneregeling. Bij deze vorm van naregeling worden de verschillende ruimtes voorzien van een eigen thermostaat waarmee de gewenste ruimtetemperatuur wordt ingesteld.
Deze thermostaten sturen (draadloos) een ontvanger aan, die via thermische motortjes (actuators) de verschillende vloerverwarmingsgroepen aanstuurt. Doordat de groepen op deze manier onafhankelijk van elkaar kunnen worden geopend en gesloten, is het mogelijk om verschillende ruimtetemperaturen te bereiken.
De meeste master-ontvangers zijn voorzien van een potentiaalvrij contact of een ketelcontact, waardoor de ketel automatisch zal worden ingeschakeld bij warmtevraag van 1 of meerdere ruimtethermostaten.
Wanneer vloerverwarming dient als bijverwarming (om bijvoorbeeld koude van de vloer weg te nemen) of wanneer vloerverwarming wordt toegepast in situaties waar de ruimte waarin de kamerthermostaat geplaatst is, wordt verwarmd door radiatoren, dan is het van belang om de warmte die de radiatoren afgeven zoveel mogelijk te temperen om het vloerverwarmingssysteem de tijd te geven om op te warmen.
Kamerthermostaten zijn dusdanig ontworpen, dat deze de ketel inschakelen op momenten dat een ruimte niet langer op de ingestelde temperatuur is, maar hierbij wordt geen rekening gehouden met de manier waarop de ruimte verwarmd wordt. Wanneer aanwezige radiatoren zijn voorzien van thermostaat-knoppen, stel deze dan 3 graden lager in dan de gewenste kamertemperatuur (bijvoorbeeld 21 - 3 = 18 graden). Als u dit niet doet, zal uw vloerverwarming-systeem waarschijnlijk niet voldoende warm worden, omdat de radiatoren de ruimte dan dusdanig snel opwarmen dat de ketel al stopt met de aanvoer van warm water vóórdat de vloer is opgewarmd.
Indien de radiatoren niet zijn voorzien van thermostaatknoppen (of zijn voorzien van thermostaatknoppen met een instelling van 1 tot 5), dan kunt u deze handmatig bijstellen. Dit is veelal op gevoel en kan per situatie verschillen.