Gratis gereedschap bij sets
Professionele klantenservice
Gratis legplan bij complete systemen
Vloerverwarming direct van de fabriek
Onze vloerverwarmingssystemen kunnen permanent in betonnen of zandcement dekvloeren verwerkt worden. Indien voorgeschreven in het bouwbesluit kan isolatie worden toegepast onder of op de constructievloer waarover het systeem wordt aangelegd.
Daarnaast kunnen buizen worden verwerkt in droogbouw-platen en egaline, als er wordt gekozen voor een oppervlaktesysteem omdat er weinig hoogte beschikbaar is of wanneer er wordt geïnstalleerd op houten ondervloeren.
De meest gangbare buisafstanden bij vloerverwarmingssystemen zijn; | ||||
1. | 100mm hart-op-hart : | hoofdverwarming met 10m buis per vierkante meter 1 vloerverwarmingsgroep per 10 vierkante meter |
||
2. | 150mm hart-op-hart : | hoofd- of uitgebreide bijverwarming* met 6,7m buis per vierkante meter | ||
1 vloerverwarmingsgroep per 15 vierkante meter | ||||
3. | 200mm hart-op-hart : | bijverwarming met 5m buis per vierkante meter | ||
1 vloerverwarmingsgroep per 20 vierkante meter | ||||
* |
De mogelijkheid om een hartafstand van 150mm te gebruiken bij hoofdverwarming is afhankelijk van de warmtebehoefte en de isolatiewaarde van de desbetreffende ruimte(s). |
Aanbevolen legpatroon bij nieuwe dekvloerenVoor de beste resultaten met een vloerverwarmingssysteem, dat is verwerkt in een dekvloer of egalisatiemortel, moet u ervoor zorgen dat het gehele vloeroppervlak dezelfde temperatuur bereikt. |
Alternatief legpatroonAanvoer- en afvoerleidingen worden niet naast elkaar gelegd en laten de vloer niet gelijkmatig opwarmen. Dit kan echter de voorkeur hebben wanneer vloerverwarming gelegd wordt in een ruimte met koude buitenmuren of |
|
Wanneer de aanvoer- en afvoerleidingen van het systeem naast elkaar gelegd worden in een slakkenhuis-patroon, dan zal de gehele (dek-) vloer evenredig opgewarmd worden. Dit legpatroon geeft, vooral bij systemen die in nieuwe dekvloeren verwerkt |
Bij gebruik van dit legpatroon dient het eerste gedeelte van de buis (aanvoer) langs de koudste muur of grootste raampartij gelegd te worden. Droogbouwsystemen maken áltijd gebruik van dit legpatroon, maar omdat dit oppervlakte-systemen zijn, heeft dit geen (negatief) effect op de warmteafgifte. |
1. | Voor de beste resultaten en om problemen met circulatie te voorkomen, gelden de volgende maximale buislengtes per vloerverwarmingsgroep; | |||
- 10mm buis |
: : : : : : |
maximaal 80m maximaal 100m maximaal 100m maximaal 120m maximaal 130m maximaal 150m |
||
2. |
De bovenstaande buislengtes hebben betrekking op elke afzonderlijke vloerverwarmingsgroep op de verdeler en de buizen dienen aangesloten te worden op 1 aanvoer- en 1 retourventiel. |
|||
3. | Daarnaast dient er per groep een ononderbroken buis gelegd worden (koppelingen in de dekvloer moeten te allen tijde worden voorkomen). Mocht er niet aan gebruik van een reparatiekoppeling of doorverbinding in de vloer kunnen worden ontkomen, dan dienen de koppelingen volledig verpakt te worden in een watervaste tape om kans op oxideren en lekkages te voorkomen. |
|||
4. | De eerder vermelde maximumlengtes zijn inclusief aanvoer en retour vanaf de verdeler en terug. | |||
5. | Wanneer de oppervlakte van een ruimte niet verwarmd kan worden met 1 buis dan dienen er 2 of meerdere buizen in de vloer verwerkt te worden. | |||
6. | Vloerverwarmingsbuizen mogen elkaar niet kruisen of overlappen en moeten naast elkaar gelegd worden. | |||
Als u uw volledige systeem bij Vloerverwarming-Direct heeft aangekocht dan kunt u gratis een legplan aanvragen!
Vermelding van buislengtes
Vloerverwarmingssystemen kunnen op verschillende manieren aangelegd worden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen systemen in een nieuwe dekvloer, dunbedsystemen met een minimale opbouwhoogte en droogbouwsystemen die geschikt zijn om rechtstreeks op een (houten) ondervloer aan te leggen. Om te bepalen welke methode van vloerverwarming installeren het meest geschikt is, is het belangrijk om te weten hoeveel opbouwhoogte er beschikbaar is op de (bestaande) constructievloer. Denk hierbij aan de hoogte tot bijvoorbeeld plinten, dorpels en/of deurposten. |
Beschikbare hoogte** | Mogelijke installatiemethode | Type systeem | ||
Dekvloer | Dunbed | Droogbouw | ||
0,0 cm ~ 1,5 cm |
|
- | V | - |
- | - | V | ||
1,5 cm ~ 2,5 cm |
|
- |
V V |
- - |
- | - | V | ||
2,5 cm ~ 4,0 cm |
|
- |
- |
V |
- | - | V | ||
4,0 cm ~ 6,0 cm |
|
V |
- |
- |
V | - | - | ||
V | - | - | ||
6,0 cm ~ 7,0 cm |
|
V |
- |
- |
7,0 cm ~ 8,0 cm |
|
V |
- |
- |
V | - | - | ||
8,0 cm ~ 9,0 cm |
|
V |
- |
- |
9,0 cm < |
|
V |
- |
- |
V | - | - |
** | De beschikbare hoogte geldt voor de hoogte van het systeem. De hoogte (dikte) van de vloerafwerking dient hier nog bij opgeteld te worden. |
Als er méér dan 10cm hoogte beschikbaar is, dan kunt u overwegen om extra isolatie op de constructievloer aan te brengen. Vervolgens kunnen de buizen worden geïnstalleerd met behulp van krimpnetten, noppenplaten of Tacker-rasterfolie (hierbij worden de buizen direct op PUR- of EPS-vloerisolatie vastgezet).
Mocht er op een houten ondervloer geïnstalleerd worden, dan speelt ook vaak het totale gewicht van het systeem een belangrijke rol. Hiervoor zijn droogbouw-systemen van 1,5cm, 1,8cm of 2,5cm hoogte beschikbaar.
Voor een efficiënt en betrouwbaar vloerverwarmingssysteem spelen de dekvloer en vloerafwerking een belangrijke rol. Bij een nieuw gestorte dekvloer dient deze de vloerverwarmingsbuizen volledig te omsluiten om snelle thermische beweging (warmteoverdracht) mogelijk te maken.
Als er gebruik gemaakt wordt van reflectiefolies of isolatie dan dient de dekvloer een minimale dikte van circa 7cm te hebben (ofwel 5cm dekvloer bovenop de buizen). Dit voorkomt scheurvorming door middel van puntbelasting.
Wanneer er niet minimaal 7cm hoogte beschikbaar is, dan is het aan te bevelen om de nieuwe dekvloer te laten hechten aan de (betonnen) ondervloer en deze te wapenen door middel van wapeningsnetten bovenop de buizen. Hierdoor zal scheurvorming tot een minimum beperkt worden.
Vloerverwarmingssystemen kunnen onder vrijwel elk soort vloerafwerking worden gebruikt, maar elk type vloerafwerking heeft een ander niveau van warmteweerstand. Tegels, natuursteen en marmer (keramische vloerafwerkingen) hebben een lage warmteweerstand en maken snelle thermische beweging mogelijk. Meestal zijn dit soort vloeren uitstekende warmtegeleiders en zullen er daarom voor zorgen dat het vloerverwarmingssysteem optimaal benut wordt.
Tapijt, hout en laminaat hebben een hogere warmteweerstand en vertragen de thermische beweging. Daarnaast is het belangrijk om er rekening mee te houden dat de maximale watertemperatuur van een systeem onder hout en laminaat circa 28°C is (en niet circa 35°C tot 40°C zoals bij keramische vloerafwerking). Bij hogere temperaturen kunnen dit soort vloeren te veel gaan uitzetten, waardoor er kieren en scheuren kunnen ontstaan.